Ondanks voorspellingen als dat het veel zou regenen toch doorgezet en naar de Betuwe gereden met de kampeerbus. De bus geparkeerd bij het winkelcentrum van Kesteren en vervolgens met de bus naar Rhenen. De brug over de Nederrijn oversteken om vervolgens het pad – onder de brug door – in oostelijke richting te vervolgen. Hier eindigde ik de vorige etappe immers.
Het is een mooi groen pad door de uiterwaarde. Hier en daar – voornamelijk aan de overkant – zijn oude steenfabrieken zichtbaar. Je herkent ze aan de – meestal bouwvallige – hoge stenen schoorsteen.
Even verder op kom ik bij de Romeinse wachttoren de Spees. Ik kwam hier verleden jaar al langs met het Limespad.
In de buurt van Opheusden is een groot opslagbuffer voor water. Het pad er naar toe wordt kennelijk niet erg veel gebruikt: het gras groeit er tot kruishoogte … ook de brandnetels!
Rond het meer staan overigens grote villa-achtige gebouwen die duidelijk zijn ingericht op het uitzicht over het meer en de Nederrijn. Jammer genoeg passen ze niet echt bij de rest van het redelijk vlakke landschap.
De wandeling voert door Opheusden. Een aardig plaatsje maar niet spectaculair.
Verderop een spoorlijntje zonder elektriek: er rijden dieseltreintjes van Arriva. Er om heen boomgaarden. Bij gebrek aan een bankje vlei ik me neer bij een hek. Uitzicht op wat werklui die bezig zijn kleine plantjes te plaatsen. Als ik na de lunch verder loop zie ik meer volwassen bomen.
Daarna een wat saai stuk om over de A15 met daaraan parallel de Betuwespoorlijn te komen. Ik smokkel wat door langs de dijk omhoog te klimmen in plaats van de weg er naar toe te volgen.
Aan de andere kant een standbeeld, zomaar in het niets! Het heet “De Verrekijker” en op de sokkel staat dat het beeld ontworpen is door Gerry van der Velden uit Zoelen. Het is in november 2013 geplaatst als onderdeel van het project ‘De vergeten Grebbelinie fort De Spees (Betuwestelling) Betuwelinie wandelroute’.
Aan de overkant er van een moeder meerkoet die haar jonkies aan het voeden is. Van zo nabij had ik dat nog niet eerder gezien.
Bij de kruising van twee binnenwegen weer een beeld. Ditmaal een herinnering aan de ruilverkaveling die hier plaatsvond net na de Tweede Wereldoorlog.
Na die oorlog was het terrein zo omgewoeld dat een herverkaveling niet veel problemen met zich mee kon brengen, schat ik in.
Het gebied wordt nu duidelijk beheerst door boomkwekerijen. Het lijken me lang niet allen fruitbomen overigens maar men lijkt niettemin beslist in goede doen hier.
Even verderop begint een grote uiterwaarde. Het gebied wordt aangeprezen als natuurgebied en dat lijkt het ook wel.
Aan de overkant zie ik Druten liggen. Leuk hoe de kerk past in de hogere bebouwing aan de oever van de Waal.
Verderop komt Ochten in zicht. De stranden tussen de stormweringen worden kennelijk drukbezocht … maar nu niet. Wat echt opvalt zijn de kribben in de rivier. Die zouden dienen om de stroming door de rivier te geleiden. In ieder geval zijn ze niet geschikt om een boot aan te meren.
Nog even verder loop ik Ochten in. Langs de oever van de Waal loop ik naar het andere einde van het dorp. Iets verderop neem ik de bus naar Kesteren. Van daaruit rijd ik de kampeerbus naar de natuurcamping vlakbij. Morgen loop ik het laatste stuk van het Betuwepad.
Deze wandeling van 18,3 km lang heb ik gelopen in ruim vier en een half uur waarvan een uur rust. Tijdens de wandeling heb ik een geocache gevonden. Tijdens de wandeling is het droog gebleven met af en toe wat zon.
Mooi gebied! Is het niet jammer dat je veel dezelfde stukken moet lopen de laatste tijd van de Limesroute?
Nee hoor, het waren maar korte stukjes.