Een weekeindje in het voorjaar in Brugge, dat leek ons wel wat. Maar naarmate de vertrekdag dichter bij kwam werden de weersvoorspellingen somberder. Groot was onze verassing dan ook dat toen we aankwamen de zon zelfs scheen. Dat is het hele weekeinde zo gebleven. Af en toe een buitje maar de meeste tijd droog met af en toe zelfs zonneschijn.
Als je vanuit de kampeerplaats naar de Dampoort loopt kom je door het voormalige plaatsje St. Kruis. Het is nu een woonwijk van Brugge. Daar blijkt de rooms-katholieke achtergrond van deze omgeving die tot in het recente verleden doorzette. Niet alleen vind je op de meeste hoeken van de straten beelden van heiligen, maar in het betreffende wijkje zelfs een complete Calvarieberg! Het geheel werd nog goed onderhouden en er ligt zelfs een geocache.
Het is wel duidelijk dat toen het Koninkrijk der Nederlanden, waar ook België bij hoorde, werd ingericht de weerstand tegen die protestantse overheersing van het noorden aanzienlijk was. Enigszins verbazend is het dan om in het gemeentehuis van Brugge toch een beeltenis van de eerste koning, Willem I, aan te treffen! Toegegeven, ook andere heersers hadden schilderijen, waaronder Napoleon.
Net als in de noordelijke steden werden vroeger op de stadswallen molens geplaatst. Veel van de stadswallen zijn ook hier geslecht en alleen een singel om de stad is prominent aanwezig. Voor deze molen is een stukje hoog achtergelaten.
De katholieke achtergrond blijkt ook uit de vele kerken. Een daarvan, de Jeruzalemkerk, is wat verstopt. Maar de uivormige spits met de maan en de zon aan weerszijden verraadt de kerk. Die bijzondere kerk moesten we natuurlijk vinden. Met een gps-ontvanger in de hand lukt dat natuurlijk wel. De kerk staat op het Adornes domein, een gebied midden in de stad dat in het bezit is van een van oorsprong koopmansfamilie. De naam Jeruzalem slaat op de verbinding met de (financiering van) kruistochten naar het Heilige Land.
Het rijke roomse leven uit het verleden heeft zijn sporen wel nagelaten. Zo is de brouwerij de Halve Maan, met het succesbier de Brugse Zot, het resultaat van goed ondernemerschap inspelend op de “behoeften” van de lokale bevolking. De zwaardere versie noemt men Straffe Hendrik. De dubbele vond ik wel lekker, de tripel had een voor mij nare nasmaak.
Bij een hotel vonden we een mooi uitzichtplekje over de Dijver in de richting van het centrum. Na even wachten konden we een leuke foto nemen. Veel hotels hier in de buurt. In feite was dit het terras van hotel het Boergoensch Hof.
De meest bizarre ervaring hadden we in de “bloedkapel”, of zoals de officiële naam luidt, de Basiliek van het Heilig Bloed. Zelfs in dit vroege voorjaar stond er al een aardige rij voor de deur. Als je je laat meevoeren door de rij ga je eerst een trap op om vervolgens de kerk binnen te stappen. De rij voert je verder langs een verhoging waar, achter een tafel, een pater zit die je een flesje met donkerrode vloeistof toont. Dat zou het bloed zijn van Jesus Christus dat is opgevangen in een Graal toen hij aan het kruis hing. Het flesje was verbazend groot en ook nog volledig gevuld met vloeistof: voorwaar een grote hoeveelheid bloed die zou zijn opgevangen. Vanzelfsprekend mag je géén foto’s maken!
Een puzzeltocht liet ons een wandeling door de stad maken om die Heilige Graal, waarin het bloed van Jesus Christus zou zijn opgevangen, te vinden. Het is een thema van menig roman, ik heb er zeker twee over gelezen, maar het is aardig om een speurtocht erover te ondernemen. Groot was onze verassing dat we de enige echte Graal ook nog vonden! En wel in de biermuur, een extreem grote vitrine met alleen maar bierflesjes en -glazen. Maar het is geen lokaal bier, het komt van een brouwerij in Brakel. Daar moeten we een volgende reis maar eens langs!