Eigenlijk acht ik een onmogelijke opgave. Iets vertellen over muziek uit een “ver” verleden, binnen het gevraagde kader. Gevoelsmatig raakte popmuziek mij het meest vóór de 70er jaren. En dan nog … waar te beginnen als je in 1950 geboren bent? Talloze groepen passeerden de revue of beter gezegd de ether.
Begon het met Radio Luxemburg? ‘s Avonds in bed op een kamer met twee broers en een icoon van een transistorradio? Mijn oudere broer had er toen een gekocht van onder meer het met bollenpellen verdiende geld, 65 gulden; toen kreeg je een gulden voor een mand van 30-40 kilo. Radio Luxemburg was toen de zender waar frequent popmuziek doorkwam, al werd de zender steeds weggedrukt door sterkere zendmasten. Wij probeerden elkaar af te troeven met het snel raden van de artiest of titel van het nummer bij de eerste tonen. De Wheels met The String-A-Longs song; I’m Gonna Knock On Your Door van Eddy Hodges; Vince Taylor met Brand New Cadillac; Johnny Hallyday met Tes Tendres Années; The Wall of Sound artiestenstal van Phil Spector; Kleine Kokette Katinka door de Spelbrekers; Buddy Holly met Peggy Sue; the Shadows met (Do You Wanna Dance) of zonder (Apache) Cliff; Chuck Berry met bijvoorbeeld Johnny B Goode; Sukyaki van de Kyu Sakamoto; vroege Beatles zoals Twist and Shout en Stones met Little Red Rooster; How Do You Do What You Do To Me? van Gerry and the Pacemakers; Tous Les Garçons Et Les Filles van Françoise Hardy en wie ben ik vergeten en komen morgen boven drijven?
Hilversum was nog niet zo ver. De piraten kwamen: Veronica, Caroline, Atlanta en later Noordzee, maar de laatste als flauw aftreksel van de eerder genoemde. Ik verwierf een eigen transistor radio, merk Schneider, waarop diepe indruk maakten Procal Harum met A Whiter Shade of Pale; I Wanne Hold Your Hand van The Beatles; Them met Here Comes The Night; St. James Infirmary van Johnny Kendal and the Heralds; de Kinks met bijvoorbeeld Lola; diverse soul-artiesten als Ben E. King met bijvoorbeeld Stand By Me, In the Midnight Hour van Wilson Picket; Otis Redding met I’ve Got Dreams to Remember, enz. enz.
Elke generatie heeft zijn eigen idolen om mee te dwepen. En dwepen deed ik, achteraf gezien teveel denk ik. Mijn schoolse prestaties hebben daar ongetwijfeld onder geleden. Op mijn 15e liet ik op mijn lidmaatschapskaart van de Katholieke Instuif een 16-jarige leeftijd noteren om zondags toegelaten te kunnen worden bij hotel van der Geest, gelegen naast dorp Noordwijkerhout, alwaar dansavonden gehouden werden.
The Zombies waren redelijk bekend in de 60 er jaren met hits als She Is Not There en It Is The Time Of The Season. Ze waren bij mij op de achtergrond geraakt, totdat in de parate militaire dienst een kamergenoot een LP – One Year – meenam van een zekere heer Colin Blunstone. Dit bleek de zanger van The Zombies op de solo-toer. ’t Was even wennen, maar ik ben het gaan waarderen. Overigens, er waren maar 5 lp’s in de kamer op de Marijke Kazerne in Wezep en de verveling vierde hoogtij. Er lag ook nog een grijs gedraaide lp van The Anita Kerr Singers. Tja, je nam niet je beste lp’s mee naar de parate hap. Overigens vind ik hun versie van Alfie, heel verdienstelijk, maar dat terzijde.
Een paar jaar later verkeerde ik in de zomervakantie met een VW-busje jongelui uit De Zilk in Noord Holland, alwaar Colin Blunstone optrad, ik meen in Blokker. Wij zijn daar geweest. Ik heb toen een diarolletje volgeschoten. Minstens 20 jaar later confronteerde ik mijnheer Blunstone met deze foto’s bij een optreden in de Stadsgehoorzaal van Leiden. Desgevraagd signeerde hij de volgens hem meest geslaagde foto, waarbij hij kenbaar maakte terug te verlangen naar dat jeugdige tijdperk. Tja, en dan sta je als 40 er en vader van 4 kinderen bij een jeugd-idool, waar ga je het dan over hebben? Ik vroeg hem dus of hij soms ook kinderen heeft? Hierop keek hij mij vriendelijk doch meewarig aan. Nee, hij had geen kinderen. Weer enige tijd later begreep ik dat Colin homofiel is.
Terug naar de Zombies. Ze treden nog op. Voor het laatst zag ik ze een paar jaar geleden in De Boerderij bij Zoetermeer, waarbij onder meer It Is Time The Time Of The Season ten gehore werd gebracht. Pittige gitaarsolo van gitarist die naar ik begreep ook op platen van Tom Jones – Green Green Grass Of Home – zijn bijdrage heeft geleverd. Toetsenist Ron Argent gaat ook al jaren mee en heeft een eigen bandje Argent, waarmee hij ook een hitje gehad schijnt te hebben. Bij een eerder optreden kroop hij rock and rollend over zijn toetsenbord. De band was ook nog op tv op de dag van het overlijden van ZKH-schavuit-Bernhard Sr. Ze brachten nog een “gepast” nummer ten gehore: I Want To Fly. Eigenlijk meer representatief voor de latere muziek van deze groep.
Eigenlijk is A Whiter Shade Of Pale, mijn favoriete plaat van Procol Harum. Het was zomer 1967, radio mee naar het strand op een zomerse dag aan de Langevelderslag met leeftijdgenoten, wat een tijd. En wat te denken van Salty Dog; Conquestador; Homburg. Grijsgedraaid op de Piratenzenders, met reclameboodschappen over Nur Die nylons en Van Nelle koffie. No More Fear Of Flying was de laatste top-veertig hit van deze groep. Zanger Gary Brooker heeft het nog alleen geprobeerd, maar dat werd niet zo’n succes.
Valt niet mee om het beste Beatle-nummer te benoemen. Het hele repertoire ging er bij mijn in als zoete koek. Of het nu was uit de Jukebox van de snackbar aan de Kamperstraat te Haarlem – ik zat daar op de LTS-Timmeren – of gedraaid op een pick-up bij een feest in de bakkerij van mijn ouders, de radio. Altijd goed! Ik noem verder geen titels, zou een te lange lijst worden, met evenzovele persoonlijke herinneringen. Het boven opgevoerde nr. is een compromis: compositie van Lennon/McCartney in een ander jasje.
Overigens was ik in m’n tienertijd meer een Stones-fan: ruiger. Als ik nu The Stones hoor moet ik aan belastingontwijking denken, raar maar het doet bij mij wel wat af aan de lol.
Welke heb ik niet genoemd? Velen. Maar Bob Dylan, dat ik daar niet eerder aan dacht! Van hem heb ik nog de meeste lp’s. Welk nummer dan? Geen beginnen aan! Ok, Rainy Day Women dan. Tot vervelens toe gedraaid vanuit de jukebox in het café tegenover de jeugdherberg in Noordwijkerhout. Tot vervelens toe dus, maar ja dat was dan ook de enige enigszins actuele plaat in dat ding, in schril contrast met de overige meuk die er in stond.
John Mayall And The Bluesbreakers, dan. Eén lp gemaakt, maar wat voor een. Geweldig! Met de toen nog betrekkelijk onbekende Eric Clapton in de crew.