Waar de route de dag er voor eindigde begint deze route vandaag weer: bij de Renkumse molen. Een korte tijd gaat het pad door het dorpje naar het Beekdal. Dat is onlangs teruggegeven aan de Natuur wil men je doen geloven, maar de loop van het beekje doet wel heel kunstmatig aan.
In ieder geval kun je er niet lopen zonder ook het monument de Oliemolen te zien. Het herinnert aan een grote papierfabriek die hier eertijds stond. Aan de restanten van de voorgevel is duidelijk zichtbaar een productielijn van een papiermachine te zien. Wat bankjes en andere attributen completeren het geheel.
Er volgt een lange tocht over het landgoed Wageningse Berg dat schuin onder Wageningen zelf ligt. Door de hoge ligging krijg je een prachtig uitzicht over de rivier en de uiterwaarden.
Daarna leidt het pad weer door de uiterwaarden en komt de grote – niet meer in gebruik zijnde steenfabriek de Bovenste Polder in beeld. Nu vinden kunstenaars, kleine bedrijfjes en een scouting groep hier hun huisvesting. Het pad is hierna behoorlijk drassig en de paarden die in de wei staan om te grazen kunnen zich amper goed staande houden.
Het toppunt is een afdaling die er zo glibberig uitziet dat ik om me heen kijk om alternatieven te zoeken. Gelukkig dat ik niet meteen naar beneden ben gegaan: ik had het niet droog gehouden! Er is een tweede pad dat door een hekje gescheiden wordt van dit pad: de paarden moeten wel langs deze route!
Hierna volgt een lange en wat saai stuk door een uiterwaarde die grotendeels in gebruik is door allerlei biotechbedrijfjes. Veel experimentele stukjes grond met kleine huisjes/tentjes/keetjes er bij. In ieder geval geen plek om te lunchen. Zeker niet als halverwege een groep in witte pakken gestoken mensen zit met handschoenen en hoofdbescherming afgelegd.
Tegen het einde wordt het uitzicht weer beter en loop ik over een hoge dijk verder. Iets verder is een beschutte plek – het waait nu stevig – waar ik wel de lunch kan gebruiken.
Even verderop is de veerpont die me naar de overkant zal brengen: naar Opheusden. Voor 80 cent wordt ik overgezet. Een auto en een fietser vergezellen mij.
Een uurtje verder wandelend op de dijk komt een (nep) Romeinse wachttoren in zicht, het is de Spees. Het oogt een beetje als een stukje openluchttheater. Dichterbij blijkt de boel gemolesteerd te zijn. Afgezien van een boerderij is er verder niets te zien. De Rijnbandijk, waar ik al de hele tijd over loop, maakt hier een grappig bochtje om vervolgens weer verder te gaan.
In de verte komt de hoge kerktoren van Rhenen in beeld en iets verder ook de hoge autobrug over de Rijn. De route gaat een stukje onder langs de brug om vervolgens aan de andere kant over de dijk verder te voeren naar Kesteren.
Bijzonder is dat de dijk gewoon midden door Kesteren loopt: een onderdorp en een bovendorp. Het onderdorp wordt niet echt beschermd tegen het rivierwater. Toch ziet de dijk er serieus en goed onderhouden uit.
Van Kesteren naar Lienden is het nog maar een klein stukje, nog steeds over de Rijnbandijk. Na wat zoeken vind ik daar de bushalte voor lijn 44 die me naar het busstation van Wageningen zal brengen. De busbordjes zijn hier goed verstopt achter klimop! Van Wageningen brengt de 352 me naar Renkum waar ik avondeten zal nemen voordat ik terug naar de kampeerboerderij fiets.
Deze wandeling was 26,5 km lang en ik deed daar 6,5 uur over waarvan 1,25 uur rust. Ik heb 2 geocaches gevonden meer kwamen niet op mijn pad.
Je verhaal / verslag is weer fantastisch beeldend. Het is ook moedig om in dat natte weer 26,5 km te lopen. Bijna een werkdag lang. Eigenlijk is het meer voor het voorjaar . Dan zijn de dagen langer. De foto’s zijn ook mooi.
groetjes Lia
Bedankt Lia. Deze route denk ik af te maken voor de jaarwisseling. Daarna lengen de dagen weer …
Leuk Ger, en wie stelt het beeld voor? Of zomaar een dame?
Wim.
Nou Ger de camper bewijst wel zijn diensten en jij/jullie maken er goed gebruik van. Je legt aardig wat kilometers af op die Limes route.
Ah ja, Wim, dat zou ik er nog bijzetten. Het Monument De Wachter is een beeld van een robuuste boerenvrouw.
De vrouw kijkt uit over de Rijn in de richting van de Grebbelinie met haar gedachten bij de verschrikkingen van de vijf jaar Tweede Wereldoorlog.