
De eerste week van het nieuwe jaar verbleven we in het wintersportgebied Les Arcs en wel helemaal bovenin, het gebied Arcs 2000 op ongeveer 2130 meter boven het zeeniveau. Het ligt vlak bij de Mont Blanc. Je kon daar echt niet wandelen, veel te veel sneeuw en ijs. We waren daar dan ook om af en toe op onze kleinzoon te passen.

Maar in het dal er naast ligt Bourg Saint-Maurice, het kopstation van de TGV die ons daar bracht. Vanuit dat station loopt er een bergtreintje naar een station op ongeveer 1600 meter en een gratis pendelbus brengt je dan verder naar boven. Het stadje ligt veel lager, zo’n 750 meter, en was dan ook sneeuwvrij. Van daar uit zijn veel wandelingen te maken getuige het forse aantal bordjes dat in de omgeving is neergezet.

De eerste wandeling maakten we vanuit het stadje in noordelijke richting. Bij het station namen we eerst koffie en een zoet broodje. Van daar uit liepen we naar een kapelletje aan de rand van het stadje, la Chapelle de laTrinité.

Van daaruit leidde het pad vrij steil omhoog naar een bergdorpje Les Maisonnettes, op zo’n 1000 m hoogte. Langs het pad ligt daar een kapelletje, la Chapelle des Arcs. Zoals je ziet hebben we daar even uitgerust. Halverwege zocht ik overigens – tevergeefs – naar een schat. Het dorpje kent menige gîte zoals je direct op internet kunt vinden.

Van nu af lopen we weer langzaam naar beneden over de weg en soms over een pad door een dorpje of door de heuvels. Het volgende dorpje dat we hier tegenkomen is Le Vilaret sur la Côte. Geen kapelletje hier, maar wel leuk uitgedoste huizen. In de zomer zal het hier wel een drukte van belang zijn met fietsers, motorrijders en wandelaars. Nu troffen we slechts bewoners, meest met de auto.

Even verderop komt Le Châtelard in beeld, een dorpje rond de ruïne van een middeleeuwse wachttoren. De autoweg leidt er omheen. Het wandelpad gaat door het dorpje. En hier is wel weer een kapelletje, dit keer gewijd aan Sint Joris. Van binnen is het nog helemaal ingericht met altaar en banken. Alsof het nog regelmatig gebruikt wordt. Aan verwarming ontbreekt het en het geheel is behoorlijk open, dus ik twijfel.

Van daaruit naderen we het stadje weer vanuit het oosten. Aan de rand ligt zowaar weer de ruïne van een toren. Dit zijn de resten van la Tour de Rochefort. Deze is uit de dertiende eeuw, iets jonger dan le Châtelard want die is van een eeuw eerder. Het riviertje dat hier naast ligt, le Charbonnet, stroomt uitbundig. In de stad is het dan ook gekanaliseerd en zodanig dat het waterniveau er flink kan stijgen. Dat zal in het vroege voorjaar wel nodig zijn!
We lopen door het stadje naar de vertrekhalte van het bergtreintje. Daar is Chez Charley waar ze goed bier van de tap hebben! Een mooi einde van een aardige wandeling van zo’n 7,5 km waar we zo’n 3 uur over gedaan hebben.