Als ik het weerbericht had moeten geloven had het vandaag gestortregend met buien nog zwaarker dan gisteren. Maar bij nadere beschouwing bleek dat het tot zeker 5 uur ’s middags goed zou blijven en daarna pas slecht worden. Voor wat betreft de koude wind klopt dat maar de eerste regendruppels/sneeuwvlokken moeten nu nog – 8 uur ’s avonds – vallen. Zoals altijd wordt de soep minder heet gegeten dan hij wordt opgediend!
Vanaf het treinstation van Bodegraven was het een korte wandeling naar waar ik de vorige week – in stromende regen – geëindigd was. Het verschil is duidelijk, nu schijnt de zon en dat geeft me een opgewekte stemming.
Die werd nog beter toen ik langs een brouwcafé liep: het was de molen zelf! Die heeft overigens ook nog een eigen naam, de Arkduif. Jammer dat het nog te vroeg was anders zou ik er een kopje koffie – of zo – nemen.
Op slinkse wijze werd ik snel het stadje uitgeleid. De route ging langs een weg die hernoemd was tot Vlietboulevard. Je moet het lef maar hebben. Het lag aan ook wel erg beschut en in de zon, dus misschien is het hier inderdaad goed toeven. Verderop blijkt de werkelijke naam: Vlietkade.
Snel daarna werd ik onder spoor en snelweg geleid en langzaamaan werd het rustiger.
Grappig was een authentiek gebouw voor een gemaal. De naam? Wat dacht je van Buleaus Brack? Het gemaal zelf was natuurlijk allang geëlektrificeerd.
Dan eerst een stuk langs een redelijk rustige autoweg – of was het rustig vanwege de tijd van de dag? In ieder geval kwam er snel een eind aan en wandelde ik over een polderpad. Deze is wel verhard en wordt ook gebruikt door fietsers. Maar ook hier waren er niet veel van. Kennelijk alleen een toeristische route.
Aan het eind van het pad een korte zigzag langs een autoweg om vervolgens op een onverhard polderpad te komen. Deze was wel goed glibberig maar met wat beleid goed te bewandelen.
Eerst liep ik langs een vogelplas. Er stond ook nog een bankje bij. Mooie gelegenheid om de eerste rustpauze te nemen. Met een appeltje – ja eigenlijk ook wel een beetje voor de dorst.
Na een flink stuk kom ik weer op een verharde weg die naar Zwammerdam leidt. Grappig stadje is het. Het stadhuis is duidelijk in de verkoop gedaan en wordt op het moment verhuurd. Het wapen ziet er wel bijzonder uit. Maar als ik op het wereldwijde web kijk zie ik dezelfde. Het zal wel zo horen.
Het is ook zeker geen doods stadje maar dat komt misschien ook omdat alles heel compact is: veel woningen dicht op elkaar met niet te veel ruimte voor straten.
Net voordat ik het dorpje uit ben zie ik pal voor de brug nog een schuilkerkje. Je kunt er nu conferenties houden …
Even verderop ben ik weer bij de Oude Rijn. Over het jaagpad – wat jammer genoeg hier en daar onderbroken is door huizenbouw – kom ik allengs dichter bij Alphen aan de Rijn. De weg naast het pad is eigenlijk best al druk – terwijl nu de kinderen nog op school zijn en men geacht wordt te werken. Kan je nagaan wat dat later op de dag zal worden!
Wat opvalt is dat er behoorlijk veel molens onderweg staan. Het is aan de andere kant niet onmogelijk dat deze de laatste overlevende zijn en dat er nog veel meer waren. Vroeger was alle nijverheid nog lokaal maar nu is het allemaal gecentraliseerd.
Ik blijf grotendeels langs de Oude Rijn lopen door Alphen aan den Rijn. Tegenover weer een molen is een plek langs de kade met bankjes. Erachter staat een poortje. Het markeert het voormalige Berendrecht. Het is nu een soort toegangspoort tot de wijk – Berendrecht – die er achter ligt. Hier ga ik mijn mueslibolletjes met melk verorberen. En nog een paar mandarijnen toe. Als ik weer verder ga merk ik dat ik flink ben afgekoeld. Weer even flink doorstappen om warm te worden!
Het is een flink stuk nog door het dorp voordat ik er uit ben. Ook door winkelstraten. Daar ben ik minder dol op. Als mensen winkelen zwalken ze van hot naar her op de weg terwijl ik eigenlijk gewoon rechtdoor wil. Maar dan loop ik weer in het buitengebied … op weg naar Hazerswoude Dorp.
De route volgt nu het wandelpad door het “Groene Hart”, bij de spoorlijn en autoweg naar Leiden, de N11. Het wandelpad leidt soms dicht langs de spoorlijn zoals hier naast. In het verschiet een paar planken over een sloot. Een van de planken is al aardig verrot … Aan het eind van het pad is nog een plekje waar ik even kan zitten en een appel ga eten. Ik kijk uit over de Rietveldse polder. Kennelijk wordt die bedreigd door wegenbouw.
Dit is het gebied van de boomkwekers, het ligt ook om Boskoop heen. Het gaat de mensen hier duidelijk goed: grote villa’s en dito auto’s. Er lopen ook veel sloten. Een uitspanning in de buurt noemt zich dan ook Klein Giethoorn.
Iets verderop staat ook de molen die helemaal bovenaan de pagina staat. De zon is inmiddels verdwenen in de wolken, de wind trekt aan en het voelt kouder. Nog even doorstappen en ik ben bij het eindpunt. Van daar af is het nog anderhalve kilometer naar de bushalte. Deze bus gaat niet erg vaak, dus ik moet best wel wachten: het laatste stukje had ik wel wat rustiger aan kunnen doen …
De wandeling was bijna 26,5 km lang en ik deed er krap 6,25 uur over waarvan een uur rustpauzes. Tijdens de wandeling heb ik vier geocaches gevonden.
Het was een mooie wandeling en een enorme prestatie. Zo snel gelopen . Ik doe het je niet na. Je moet al die leuke verhalen in een boekje zetten met de foto’s. Dan lees je het geheel achter elkaar als iemand ook die wandeling gaat/wil maken. groetjes Lia
Da’s nog een idee. Ik kan natuurlijk de verhaaltjes bundelen als pdf en dan beschikbaar maken als boekje. Wie weet!