Drie nachten verblijven we in Cudillero: we beginnen langzaam het spaanse tempo op te pakken. Maar stilzitten doen we niet. De eerste dag willen we het dorpje zelf bezoeken. De camping ligt meer in het binnenland terwijl het oude vissersdorpje onderaan bij de zee ligt, of eigenlijk, bij de Golf van Biscaje.
Om in het dorpje te komen is er een leuk weggetje. Een soort kerkenpad maar dan steil, niet al té, naar beneden. Het eerste stuk lopen we langs nieuwbouw. Dat zal vroeger wel leuker er uit gezien hebben maar nu is het wat minder. Maar dan opent zich een smal pad voor ons door een bebost gebied.
Na een tijdje rustig naar beneden gewandeld te hebben komt er een opening in het bos en zien we het dorpje liggen. Best een mooi gezicht. Van daaraf verandert het voetpad in een trap die langs de huisjes naar beneden gaat. We komen langs meerdere uitzichtpunten.
De wandeling tussen de huisjes door komt plotseling ten einde bij een winkelstraat. Als we die verder naar beneden volgen zijn we op het plein met een schier oneindig aantal restaurants. Straks zullen we daar ook gaan lunchen, maar eerst het dorpje verder verkennen.
Het jachthaventje is niet erg vol: het is mooi weer dus misschien zijn velen op stap. Verderop is de vissershaven en daar is ook niet veel te beleven. Het overgrote deel van het terrein wordt gebruikt als parkeerterrein voor alle toeristen.
Maar dan komt er toch wel iets speciaals te voorschijn. Een riviertje dat zich een weg door de bergwand heeft gewrongen: de rió Pinera. De tunnel die er nu omheen gemaakt is, is goed begaanbaar dus we wandelen naar het einde. Nou ja, tot we niet verder kunnen wandelen. Het riviertje gaat verder maar de verlichting is weg daar. Op deze plek ligt een schat begraven, die moeten we natuurlijk even opzoeken.
Dan lopen we terug voor de lunch en daarna … tja dan valt die wandeling naar boven toch wel zwaar! Maar gelukkig volgt de siësta.
Fietstocht langs de kust
Vanaf de camping maken we vandaag een fietstocht die langs mooie plekjes en strandjes van Asturië leidt. Het is veel klimmen en dalen maar alles bij elkaar een bijzonder aardige tocht.
Halverwege een klimpartij komen we langs een doorkijkje naar de kust. Het ligt helemaal in de schaduw dus de zon op de zee verderop maakt een klein schilderijtje.
Aan het eind van de tocht ligt San Sebastian de Pavia, nu met een historische haven. Er lijkt weinig activiteit, ook van toeristen. Die liggen allemaal langs de stranden die we langs rijden.
Bijna aan het einde komen we bij een landgoed dat ook museum is. Het het Quinta de Selgas en bestaat uit een groot park met een landhuis en wat bijgebouwen. Het bezoek is prijzig maar de moeite waard.
Daarna is het nog maar een klein stukje naar de camping. Daar is inmiddels de siësta ingetreden.