Na een goede vlucht ’s ochtends in alle vroegte aangekomen op de luchthaven van Delhi. Na de gebruikelijke formaliteiten konden we naar de aankomsthal waar onze chauffeur al stond te wachten. Snel werden we naar het Tavisha hotel gebracht, het heeft meer van een guesthouse, en daar nog wat gaan slapen. Een paar uur later, rond 10 uur, zou de gids ons komen ophalen voor de rondleiding door Delhi.
De volgende dag zouden we pas om 10 uur opgehaald worden, dus we konden wat langer slapen. ’s Ochtends na het ontbijt was de auto er al zo’n half uur eerder. We hadden een chauffeur met chique wagen en een goed engels-sprekende gids. We vermoedden dat de chauffeur ook goed engels sprak, maar hij zei geen woord. Na een korte rit waren we bij de eerste bezienswaardigheid, de Jama Mashid. Een indrukwekkende moskee die wel wat onderhoud kon gebruiken. De ingelegde marmeren vloeren en muren zien er desondanks indrukwekkend uit. De tand des tijds hebben ze in ieder geval redelijk doorstaan.
Zoals met zoveel plaatsen, inclusief de hotels waar we kwamen, was deze moskee goed afgeschermd van de rest van de stad. Maar vanaf de trap er naar toe kon je een goed gezicht krijgen op de drukte hier en daar.
Met de taxi werden we vervolgens naar een verzamelplek van riksja’s en paddy cabs genomen. We kregen daar de keuze: zonder gids met riksja of paddy cab met gids. We kozen voor de laatste. Het werd een soort achtbaan-ervaring door de straatjes in de omgeving. Veel winkels waren dicht, waarschijnlijk vanwege de zondag. Niettemin was het er behoorlijk druk en de chauffeur maakte de meest interessante maar vooral onverwachte capriolen om er tussendoor te wurmen. Vanzelfsprekend stonden er ook heilige koeien op de weg waar zorgvuldig omheen gelaveerd moest worden. Daarna gingen we een stuk over de markt wandelen. Dat was meer naar onze zin, we konden tenminste alles eens rustig bekijken.
Het was de gids inmiddels duidelijk dat we wel in waren voor wat bijzondere uitzichtjes. Hij bracht ons naar de bovenkant van een complex, een voormalige overdekte markt maar nu gewoon een gebouw met overal kleine woninkjes en winkeltjes. Bovenop hadden we uitzicht over de stad en in het bijzonder op een anders niet-toegankelijke moskee.
Het meest bijzondere was het uitzicht op een ander dak waar een groep duivenmelkers hun duiven dirrigeerden. De duiven zwermden hoog in de lucht en doken af en toe naar beneden om door de met doeken wuivende melkers weer weggestuurd te worden. Verder werden we langs allerlei kraampjes geleid, de een nog exotischer dan de andere. Sommige waren duidelijk ingericht voor toeristen en naar een er van – een kruidenstal – werden we na getoonde belangstelling voor kruiden geleid. Er was daar veel lekkers te koop en dat hebben we dan ook gedaan. Het meeste kruiden en thee, maar voor tussendoor ook masala-cashew noten. Die zijn nu op, overigens …
Na de wandelingen door de oude stad werden we weer naar de auto geleid en die probeerde ons door het drukke verkeer naar het Rode Fort te leiden. Uiteindelijk waren we op de parkeerplaats en werden keurig langs de lange wachtrijen geleid: toeristen betalen iets meer dan 10x de toegangsprijs maar krijgen dan wel voorrang! Terwijl we wachtten tot de gids de kaartjes geregeld had konden we even rondkijken. Het fort is zo groot, dat er van dichtbij nauwelijks een overzicht van is te krijgen. Voor de mooie foto’s met blauwe hemel moet je op het internet maar zoeken. Hierboven een foto met het tweede probleem: mist. In de stad zelf viel het niet zo op, maar over de langere afstanden was het niet mogelijk veel te onderscheiden.
Ook hier was er veel te zien en van allerlei aard. Het was in vele handen geweest, onder andere Britse, en bovendien had de keizer de goede gewoonte om zoveel mogelijk mensen tevreden te stellen. Dus er waren gebouwen met een duidelijke moslimsignatuur, maar ook met Britse, met die voor brahmanen maar ook voor de onaanraakbaren. De kunst van het inleggen van marmer werd hier bijzonder mooi en nog geheel intact gedemonstreerd.
Gezien de omvang is het niet vreemd dat er ook een scala aan beestjes en beesten te vinden is. Bovenstaande eekhoorn vonden we best de moeite om even mee te nemen.
Het was ons al opgevallen dat de stad er relatief schoon uitzag. De toeristische bezoekplaatsen dan natuurlijk ook. De gids wees ons er op dat de regering al een tijd aktie voert om Delhi schoon te houden. Het symbool daarvoor is de bril van Ghandi met de spreek “India Schoon” er in. Deze stond toevallig ook bij de gedenkplaats van Mahatma Ghandi, een bescheiden monument dat veel bezoekers trok.
Na het bezoek aan het fort werden we naar een toeristenrestaurant gebracht om de lunch te gebruiken. Het was door alle drukte al 3 uur geworden dus voor ons werd het meer een avondmaal. Gelukkig werden er in het engels-aandoende restaurant ook Indiase gerechten aangeboden en die smaakten niet slecht.
Na de lunch werden we met de auto naar de regeringsgebouwen gebracht. Door de mist viel het ongetwijfeld als imposant bedoelde gebouwencomplex wat tegen. Aapjes leukten de overigens saaie bedoening goed op. Aan de andere kant van een lange laan – schier onzichtbaar door de mist – stond de “India Gate”, een monument voor alle omgekomenen tijdens de Eerste Wereldoorlog met natuurlijk een eeuwigdurende vlam.
De laatste bezoekplek was de Tombe van Humayun. De zon was al aan het ondergaan, de mist werd weer dikker en het koelde snel af. Het is een imposante tombe en de vraag bekruipt je waarom zoveel werk maken van een tombe. Van aanbidding of iets dergelijks, zoals we wel in China zagen, was hier geen sprake. Niettemin een imposant gebouwencomplex met veel kunstige versieringen.
Hiermee kwam de tocht door de stad aan een einde. Het was rond 6 uur ’s avonds en we waren al lang op pad geweest. We besloten niet gebruik te maken van het aanbod in het hotel nog een avondmaaltijd te genieten. We gingen naar onze kamer om uit te rusten voor de volgende dag die waarschijnlijk net zo indrukwekkend zou zijn hoewel wat meer rijden en minder lopen.