Het is duidelijk siësta hier. Mensen liggen te zonnen (niet zo veel) of zitten in de schaduw en lezen en boek of doen gezamelijk een kaart- of ander spel. Een goed moment om de blog eens bij te werken.
Rumegies
Donderdag 14 juli vertrokken we. De eerste bestemming was een plekje net over de Franse grens: Rumegies. De camping was in ieder geval erg rustig. Voor het eerst sinds tijden konden we er uitslapen, geen sloopwerkzaamheden aan de overkant!
Na aankomst even wat gedronken om tegen de avond wat rond te wandelen. Veel is er niet te beleven: we bezochten twee kapelletjes en het dorpscentrum met natuurlijk een kerkje en ereveldje voor de gevallenen in de Grote Oorlog.
Honfleur
De volgende ochtend vertrokken we naar Honfleur, nog wel Normandië maar al aardig op streek naar Bretagne. Het bleek vanuit Nederland niet mogelijk voor ons te zijn om een plaats te reserveren op de gemeentelijke Camping du Phare. Die is natuurlijk erg gewild want die grenst aan het centrum van het stadje. Toen we aanreden werd net twee campers de weg gewezen naar een grote camperplaats verderop. Toch maar even doorgereden en netjes voorgeparkeerd om verder te lopen naar de receptie. Dat stond de beambte wel aan en hij stuurde ons door: gelukt!
Er was geen goede reden om lang op de camping zelf te blijven en als snel wandelden we door het stadje. Veel bezienswaardigheden, zoals het geboortehuis van de componist Eric Satie, een stukje middeleeuwse stadspoort, een havengebied dat een beetje weg heeft van de oude Amsterdamse haven, zoutkelders, een houten kerkje.
Kortom, genoeg te zien ware het niet zo warm. Al snel zaten we dus op een terras de drukte op straat te bekijken. Natuurlijk sloten we af met een goede vissoep en een schotel gemengde schelpdiertjes.
Ook hier diepe rust ’s ochtends vroeg, hoewel de avond voor velen wat later aanbrak dan ons gewoon was …
Cap Fréhel
De volgende dag beloofde een drukke te worden: het was zaterdag en we verwachtten veel verkeer. Het viel mee alhoewel er toch af en toe een file was. Toch waren we rond het middaguur op onze bestemming en konden we breed uitpakken.
Tegen de avond zijn we een rondje gaan fietsen in de omgeving. Het is erg heuvelig hier maar met elektrische fietsen is het goed te doen. Anders hadden we het beslist niet geprobeerd.
Vlakbij de camping is een uitzichtpunt en als je naar beneden gaat een groot zandstrand. Heel populair bij de kamperende jeugd. Bovenop een heuvel was een uitzichtpunt met een mooie tafel met uitleg.
Na een kort bezoek reden we een rondje in de omgeving. Er blijkt een fietsroute te zijn uitgezet, maar de bewegwijzering laat te wensen over.
De volgende ochtend hebben we een fiets/wandeltocht naar de kaap gemaakt. Het is beslist een toeristische trekpleister maar er was geen horeca. Op de kaap staan twee vuurtorens. Een oude die niet meer in gebruik is. En een nieuwe die je ook beklimmen kan. We verwachtten geen beter uitzicht van daar dan van waar we stonden, dus klimmen lieten we achterwege. Wel hebben we in de omgeving door het ruwe landschap gewandeld: de oceaan houdt hier af en toe goed huis.
Het fietsrondje was rond lunchtijd ten einde. De siësta brengen we in gepaste rust door.