Voor het vertrek weer terug naar de Linnaeustoren aan de Academiestraat in Harderwijk. Daar is ook een gratis fietsenstalling. Heel handig!
Helaas is alleen de toren goed te zien, de rest is omgeven door hekken: restauratie. Het Hortuspark kan je wel via een omweggetje bereiken en daar moest ik doorheen! Dan een stukje door het stadje en door de Vischpoort naar de waterkant. Dat is een grote toeristische happening.
Van daar uit naar de vissershaven, zie boven voor een foto. Daar voorbij een flink eind wandelen voordat ik Harderwijk weer uit ben. Na zo’n drie kwartier ben ik in agrarisch gebied. En dat is hier en daar goed te ruiken ook. De camperplaats van waar ik vanochtend naar Harderwijk fietste liet ik links liggen.
Na zo’n drie kwartier beland ik in Hierden. Ik vroeg me zo ongeveer af wat dit nu met de Zuiderzee van doen had. Maar even rondkijkend zag ik het: de weg waarover ik loop heet de Zuiderzeestraatweg. Maar dat is dan ook het enige: van het grote water is hier niets te zien.
Verderop kom ik op privé landgoed: de Essenburgh. De velden en de lanen zijn heel netjes onderhouden, zie hier maar. Aan het eind van de weg is het hotel, het zal vroeger het kasteel geweest zijn.
Op het terrein zijn allerlei instellingen te vinden, de invloed van de Norbertijnen die hier vroeger klooster hielden is goed te voelen.
Een klein half uurtje later loop ik weer een nieuw landgoed op: Hulshorst. Het koetshuis is kennelijk in gebruik als trouwlocatie. Het is een aardige omgeving daarvoor, dat is zeker.
Even verderop zijn picnicbanken. Een bijzonder geschikte plek om eens de lunch te gebruiken. Vanaf hier is het pad grotendeels niet versteend. Het loopt prettiger maar gaat ook wat langzamer. Geen voordeel zonder nadeel zullen we maar denken!
Hier en daar is nog wel verharde weg, maar zodra ik de A28 ben overgestoken is dat helemaal weg: ik kom bij het Leuvenemse bos met daarachter de Leuvenemse stuwwal. Een schitterend gebied. De route wordt hier iets langer dan voorzien omdat een deel van het gebied is afgezet als broedgebied. Daardoor blijft de route dichter bij de nogal luidruchtige snelweg dan mij lief is.
Ik kom door allerlei natuurgebieden, de namen zijn niet altijd duidelijk. Maar uiteindelijk loop ik het gemeentelijk bos van Nunspeet in. Daar even pauzeren voor de laatste etappe naar het station van Nunspeet. Het overgrote deel voert door het bos, dat is wel heel erg fijn. Het is wat broeierig maar in het bos is het goed te doen.
Deze etappe was een kleine 21 km lang. Ik was zo’n vijf uur en een kwartier onderweg waarvan een uur rust.