Voor dit en het volgende traject heb ik de kampeerauto geparkeerd bij de jachthaven Beusichem. De voor vandaag voorspelde regen was er inderdaad! Maar eerst met de bus naar Columborg om vanaf het station, waar ik vorige keer eindigde, het pad weer op te pakken.
Het eerste deel van de wandeling voert grotendeels over industrieterrein. Niet echt leuk maar voor een deel heb ik dat te danken aan de manier waarop ik de route heb aangepast om bij het station langs te kunnen. Als ik door het gebied wandel – het is droog overigens – kom ik allerlei namen van uitgeverijen, met name schoolboeken, tegen: Culemborg is uitgeverscity!
Een flink eind verder verlaat ik de uitvalsweg, de “Laan van Parijsch”, en kom op een rustige weg die er steeds verder vandaan loopt. De lucht is zwaar grijs en zal dat deze hele wandeling zo blijven, maar het blijft bij dreiging.
Dan leidt het pad langs de Culemborgsche Vliet waar landbouwgebied wordt afgewisseld door natuurgebied. De weg wordt onverhard en dat loopt een stuk aangenamer. Dan nog één keer de snelweg oversteken en ik kom bij een natuurgebied “de Zandput“. Het moet een flinke put zijn geweest getuige het forse meertje dat nu rest. Even verderop is een – overigens verlaten – recreatiegebied met houten blokken als tafels en bankjes. Aangenaam plekje voor de lunch.
Eenmaal uit het natuurgebied leidt het pad grotendeels langs weidepaden. Het hoogheemraadschap heeft hier echt werk gemaakt van “Klompenpaden”. Er ligt hier een flink netwerk waar het Betuwepad uit put.
Over het algemeen, zoals ook hier – leidt het pad langs een vaart aan de ene zijde en landbouwgebied aan de andere zijde. Soms is er een bosgebiedje tussen door.
Een eind verderop is de Lek met het Werk aan het Spoel bij het fort Everdingen. Hier veel ouders met kinderen, het is immers meivakantie! Het pad er naar toe heet het Schootsveldpad en midden op dat pad staat een vreemde structuur: een kogelvanger!
De route gaat verder door de uiterwaarden van de Lek naar Culemborg toe. In de verte is de brug al te zien.
Het zijn eigenlijk weidegebieden die hier en daar wild gehouden worden. Zal dat verantwoordelijk zijn voor de fazant die opeens voor mijn neus opdook?
Allengs kom ik dichter bij Culemborg en waar ik vanochtend door industriegebied liep, loop ik nu na verloop van tijd door de oude binnenstad. Die ziet er best aardig uit met een groot marktplein dat aan Vianen doet denken. Alleen heb ik hier geen stadspoorten ontwaard.
Niet veel verder kom ik weer in weidegebied. Als ik nog een keer achterom kijk kan ik nog net de spits van de kerk ontwaren … het was niet zo’n erg hoge hier.
Nog even en het pad vervolgt zich over de dijk. Soms ligt onderaan de dijk een klompenpad waar ik ook over kan wandelen. Dat komt mij wel beter uit want op deze tijd van de dag is er veel autoverkeer: forensen die huiswaarts keren.
Vanaf de dijk heb je echter wel een mooier uitzicht zoals hier is afgebeeld. In de verte zie je de Lek maar de uiterwaarden zijn soms nat, met een soort van meren, en soms droog zoals hier waar zelfs kleine bosjes zijn. Even verderop neem ik de weg naar de Beusichemse Veer waarnaast de jachthaven zich bevindt.
Deze wandeling was ruim 24 km lang en ik deed er 6 uur over waarvan 1 uur en een kwartier pauze. Ik kwam onderweg een geocache tegen.