Eerder verschenen in Oud Leiden Nieuws maart 2023. Met dank aan Rob van den Berg en Jan Bos.
Een bachelor hier, een master daar en tussendoor nog wat studiesemesters in het buitenland. Tegenwoordig is dat best normaal. Maar niet in de tijd dat Jacobus Henricus (Henri) van ’t Hoff (1852-1911) dat deed. Na de Hogere Burgerschool (HBS) begon hij zijn studie aan de toenmalige Polytechnische School in Delft. In twee jaar tijd – in plaats van de gebruikelijke drie – werd hij chemisch technoloog. Hij wilde echter meer wiskundig geschoold worden en trok daarop naar Leiden. Hij behaalde daar zijn kandidaatsexamen, maar vertrok vervolgens naar Bonn. Uiteindelijk zou hij in Utrecht zijn doctoraalexamen afleggen. Parijs was de volgende stap. Daar ging hij werken bij Charles-Adolphe Wurtz, om tenslotte bij Eduard Mulder in Utrecht te promoveren.
Een bijzondere levensloop en dito carrière. Al heel vroeg in zijn carrière overtuigde Van ‘t Hoff zijn collega’s van de noodzaak om moleculen niet als een verzameling met elkaar verbonden atomen te zien maar ook de manier waarop de atomen zijn gerangschikt in de ruimte in acht te nemen. Alleen dan, zo argumenteerde hij, kan men verklaren hoe moleculen, bestaande uit precies dezelfde atomen (met dezelfde bindingen), toch verschillende eigenschappen kunnen hebben. Een bekend voorbeeld daarvan is het links- en rechtsdraaiende melkzuur. Later zou hij nog meer ontdekkingen doen, onder andere de opmerkelijke gelijkenis van verdunde oplossingen en gassen waarvoor hij in 1901 de Nobelprijs in de Scheikunde kreeg.1
Over zijn verblijf in Leiden is maar weinig bekend. Dat wat bekend is, is onlangs verzameld in de biografie van Rob van den Berg.2 Naast familiebezoek en de toen gebruikelijke theevisites bij professoren was Van ’t Hoff ook actief in het studentenleven en schreef hij gedichten. Studeren stond bij hem evenwel voorop. Zo kwam hij er al snel achter dat de scheikunde, zoals die onderwezen werd aan de Leidse Universiteit, niet veel anders was dan die in Delft: het diende vooral de industrie. Van ’t Hoff miste de meer theoretische diepgang en besloot na het afronden van het kandidaatsexamen naar August Kekulé in Bonn te gaan, naar het front van de wetenschap.
Uiteindelijk verbleef deze ‘Leidse’ Nobelprijswinnaar dus maar één jaar in Leiden. En waar dat was, stond niet vermeld in de biografie van Rob van den Berg. Toen ik daar navraag naar deed, bleek hij wel het een en ander te hebben nagetrokken. In de studentenalmanak van 18723 kwam hij Van ’t Hoff tegen: hij woonde op Breestraat 283 bij ene Broekhuizen. In de almanak van een jaar later, 1873, heeft hetzelfde pand het nummer 147 zoals dat nog steeds wordt gehanteerd. Rechts ervan is nu een kantoorboekhandel, op nummer 145 naast de Plaatsteeg. Links ervan is nu een restaurant, nummer 149. Het meest rechtse deel van het huidige restaurant was nummer 147. Dat is dus het huis waar Van ‘t Hoff zijn Leidse jaar doorbracht.
De Leidse fotograaf Jan Goedeljee heeft in 1870 een visitekaart van de Breestraat gemaakt die de huizen 135-151 toont (op de foto een deel daarvan). Het tweede huis links van de Plaatsteeg is waar Van ’t Hoff op kamers woonde, waarschijnlijk op de bovenste verdieping. Er was nog een student daar op kamers, J.A.F. de Vos van Steenwijk van Essen die rechten studeerde. De familie Broekhuizen had het pand in het jaar voor de aankomst van Van ‘t Hoff verworven. Naast vader Jan Willem Broekhuizen en zijn vrouw Sara Carolina Broekveld waren er nog vijf kinderen: Elisabeth Carolina, Maria Elisabeth, Jan Willem, Simon en Willem. Met waarschijnlijk nog tenminste een hulp in de huishouding was het een drukke boel daar in huis. Het gezin zal de opbrengst van de inwonende studenten goed hebben kunnen gebruiken.
Van ’t Hoff zou geen gelukkige tijd in Leiden hebben gehad volgens Van den Berg. Zelf schreef Van ‘t Hoff over die periode “… in Leyden was alles proza, de omgeving, de stad, de mensen, in Bonn alles poëzie”.2 Kennelijk voelde Van ’t Hoff zich in Leiden niet geïnspireerd, niet door zijn studie, niet door de stad, niet door het leven daar. Kort na het kandidaats-examen vertrok hij naar Bonn, naar vernieuwende wetenschap en naar de natuur die hij daar zo waardeerde.
Noten:
1 M. Van Calmthout, J. Reumer, Nobel op de kaart, Uitgeverij Lias, 2016, blz. 154-163, ISBN 978-90-8803-044-4
2 R. van den Berg, Een gedreven buitenstaander – J.H. van ‘t Hoff, de eerste Nobelprijswinnaar voor scheikunde, Prometheus, 2021, blz47-55, ISBN 9789044649451.
3 Almanak van het Leidsche Studentencorps voor het schrikkeljaar 1872, P. Somerwil, Leiden. Universiteitsbibliotheek Leiden.