De reis van Hersbrück naar de camping in Wenen nam toch nog wel wat tijd in beslag. We hielden ons aan een economische 100 km/h maar ik heb niet het idee dat harder rijden veel zou hebben opgeleverd: veel wegwerkzaamheden en dergelijke die de effectieve snelheid behoorlijk naar beneden haalden. De weg via München was afgesloten, maar die hadden we niet nodig. Via Passau ging het net zo goed. Na zo’n 4 uur rijden kwamen we onverwacht snel vanaf de snelweg op de camping aan. De receptie was gesloten, maar we mochten zelf een plekje zoeken en ons later melden.
Toen de formaliteiten afgerond waren konden we ons op het toeristenbestaan richten. Wenen zou een echte fietsstad zijn dus gewapend met kaart, gps en telefoon gingen we op pad naar het centrum van Wenen. Na wat geharrewar met betrekking tot de aansluiting op het fietspad toerden we vrolijk over fietspaden de stad in. Inderdaad bijzonder comfortabel.
Na een kleine maaltijd met een biertje (voor mij) gingen we naar de grootste trekpleister van Wenen, de Stephansdom. We mochten het interieur voor een groot deel vrij bekijken: dat zag er uit zoals je van een rijke kathedraal mag verwachten. Veel kapelletjes binnen en buiten de kerk.
Natuurlijk lag hier vlak bij een geocache verstopt, dus die hebben we ook verschalkt.
Daarna was het tijd om eens rond te banjeren. We liepen langs allerlei musea en andere fantastische gebouwen maar die bewaarden we voor later. Wat wel opviel was dat we zomaar oog in oog met een van de huizen van Mozart stonden. Die moest dan maar even op de foto. Er is natuurlijk ook een museum bij maar wie weet bekijken we dat later nog wel …. of nooit.
Na een overheerlljk ijsje op het Gutenberger plein maar weer terug naar de camping. Het was wel mooi zo. Een heerlijke fietstocht voor een groot deel door het Prater park zowel langs als over de Donau.
Eenmaal op de camping bleek het nog steeds goed weer, zon en weinig wind. De tafels en stoelen dus maar uit de kampeerwagen en uitstallen. Een heerlijk biertje was mijn deel!