De volgende ochtend kwart voor zes stond een stevig soort minibus op ons te wachten, duidelijk gemaakt voor het ruwere terrein en dat was waar we naar toe zouden gaan. Het was eigenlijk behoorlijk koud zo ’s ochtends vroeg. Snel dus ingestapt om meegenomen te worden naar de volgende ophaalpunten. Bij de laatste stelde de gids/chauffeur zich voor als Rhett en meldde dat we via een tweetal tussenstations, waaronder een kamelenhoeve, naar Uluru zouden rijden om daar wat meer deelnemers op te halen. Nu zaten er 3 groepen van 2 mensen in, we hadden praktisch de hele ruimte voor onszelf; 21 was het maximum.
Als eerste halte de kamelenhoeve waar je voor 9$ per persoon een tochtje mee kon maken aan de hand van een kamelendrijver. Een koddig gezicht, maar wij maakten er geen gebruik van. Rhett raadde ons ook aan om bij de volgende halte koffie te nemen. Deze hier had niet zo’n goede koffie was de boodschap. Hij wekte vertrouwen dus we deden het inderdaad niet. Ondanks de zon was het nog steeds redelijk fris dus een beetje rondstappen deden we wel. Het was eigenlijk een kleine dierentuin met kamelen, kangoeroes, emoes, etc.
Nadat Rhett zijn rustkwartiertje had genoten reden we verder naar de volgende halte: Mt Ebenezer Roodhouse. Het was een redelijk grote uitspanning met bars, restauratie, dansvloer, gokmachines, etc. Kortom, alles wat de lokale gemeenschap nodig zou kunnen hebben voor zijn ontspanning. Koffie was er en ook een haardvuur. Daar schoven we aan want buiten was het die twee uur later nog steeds fris. Daar bleek een van Rhett’s kwaliteiten: hij nam de gitaar die naast de haard stond en begon er op te spelen en bepaald niet onverdienstelijk!
Het vervolg van het programma werd toen uit de doeken gedaan. We zouden lunchen op de kampeerplaats van die avond maar eerst hout sprokkelen in de omgeving voor het kampvuur van die avond. De rit begon weer op de gewone weg maar op een gegeven moment nam de chauffeur een weggetje haaks op de weg en trok de woestijn in. Bij een flinke hoop dor hout stopte hij en wij mochten de dikkere takken opzoeken. Hij zelf verzamelde ook wat flinke stammetjes en het geheel werd deskundig in de wagen geladen: achterin was een forse bergruimte met niet alleen vers water maar allerlei spul voor onderweg. Bij het tentenkamp aangekomen werd het hout weer uitgeladen en konden we een tent voor onszelf uitzoeken. Daarna in het centrale gebouwtje konden we lunchen.
Na bij de luchthaven van Uluru, letterlijk een vliegveldje, werden wat medereizigers opgepakt om vervolgens het park in te rijden. Bij de grote rode rots werden we afgezet en werd ons geadviseerd het wandelpad langs de voet van de rots te volgen en de uitleg te lezen. De gids zou nog een groep bij het vliegveld ophalen die met een latere vlucht kwamen. Het was een leerzame wandeling langs allerlei heiligdommen en ruimtes van Aboriginal mensen. Aan het eind van de wandeling moesten we nog even wachten tot de minibus weer aankwam. Meer mensen stapten uit en we deden nog een stuk van de wandeling, nu met de complete groep. Voor het vervolg reden we naar de andere kant van de rots. Daar opnieuw een wandeling met andere accenten van het Aboriginal leven waarbij een Aboriginal dame samen met een andere toergids een en ander uitlegden. Na de wandeling liepen we naar een cultureel centrum waar we werden uitgenodigd om zelf een kunstwerkje te tekenen met behulp van Aboriginal symboliek: een verhaaltje aan de hand van wat eenvoudige afbeeldinkjes. Het cultuurdeel was hiermee afgerond.
De bus vertrok naar de uitgang van het park in de buurt waarvan uitzichtpunten waren van waaruit de zonsondergang over de Uluru rots kon worden bewonderd. Gewapend met glaasjes champagne werden vele foto’s geschoten. De verkleuring van de rots – van lichtrood naar donkerrood, blauwrood, blauwgrijs en vervolgens bijna zwart. Daarna leek de rots weer wat lichter op te kleuren maar dat kan ook een effect van het verdwijnende zonlicht zijn. Hiermee was de zonsondergang compleet en was het tijd om naar het kamp te vertrekken. Daar was de maaltijd al klaargemaakt en konden we meteen beginnen: pasta met rode kangoeroe-vleessaus en groenten. Een glaasje wijn completeerde het geheel. Het was al goed donker toen we aankwamen maar ook het kampvuur was al aangestoken dus we konden na de maaltijd – en afwassen – meteen met sterke verhalen beginnen. Die kwamen niet zo maar de Rhett haalde zijn gitaar tevoorschijn en begon te spelen. Al snel onderbrak hij om de fles Port die hij eerder gekocht had aan te spreken op inspiratie. Die kwam spoedig in de vorm van een serie bekende liedjes. Tegen negen uur werd door de kampbeheerder gemeld dat het tijd werd om de nachtstilte in acht te nemen. Na een laatste liedje gingen we naar de tent.