Na Jotunsheimen zijn we doorgereden tot net voor Oppdal en hebben daar een goede camping gevonden. Ondanks dat deze dicht langs de weg lag was het er toch erg rustig. De volgende dag weer op pad richting Bratsberg.
Kennissen van ons hebben daar een hut. Jaren geleden zijn we ook bij hun op bezoek geweest bij een hut, maar die was in de buurt van Røros. Deze ligt ongeveer 16 km van hun woning in Trondheim terwijl die in Røros alleen met de trein kan worden bereikt. Hier is ook elektriciteit en dus zijn in feite alle gemakken aanwezig. De voorkant is naar de weg gericht, die is een paar honderd meter heuvel op. Daar is ook een bushalte maar die gaat niet vaak en niet in het weekeinde. Met elektrische fietsen kunnen ze de afstand goed overbruggen. De achterkant van de hut is gericht naar “hun” meer.
Ze delen een steiger met hun buren en kunnen van daaruit over het meer, meestal om te vissen.De hut heeft een mooie voorkamer, een keuken, een slaapkamer en een logeerkamer. Op zolder kunnen de kleinkinderen slapen. Al met al ruimte zat. Wij sliepen die avond gewoon in onze kampeerbus.
Vanaf de steiger kun je ook zwemmen – als alternatief voor douchen – of pootje baaien. Deden we niet echt, overigens. Het was behoorlijk warm die dag dus de meeste tijd hebben we buiten gezeten. Er moest ook gewerkt worden, dus we hebben geholpen met brandhout zagen.
’s Avonds werden we onthaald op een vismaal, eigen vangst uit het meer: forel en snoek. De volgende dag hebben we nog samen ontbeten en toen zijn we richting Trondheim gegaan.