Zoals iedere toerist aan Athene betaamt bezoeken ook wij het Parthenon, de tempel van de stadsgodin. De steile hellingen van de Acropolis dwingen hun respect af zodat wij met gepaste eerbied de toegangspoort, de Propylaeën, passeren. Wat onmiddellijk opvalt is dat vrijwel alle goddelijke taferelen afwezig zijn. Die staan nu overal in de wereld in musea te pronken in plaats van de gebouwen hier te sieren. Ondanks dat de restauratie van het Parthenon in volle gang is zal het nog wel even duren voordat al die opsmuk, al is het in de vorm van kopieën, is aangebracht. Wat dat betreft is het Erechtheion er beter aan toe want die heeft tenminste nog de Kariatiden al is het maar in een enkele portiek.
Mijn aandacht wordt getrokken door een plek, vlak bij het Erechtheion, waar het enorme bronzen beeld van de godin zelf, Athene, gestaan moet hebben. Alleen het voetstuk is nog aanwezig. Ik lees op het informatiebord dat het beeld op een gegeven moment naar Constantinopel is ontvoerd om vervolgens, in de tijd van de kruisvaarders, verwoest te worden simpelweg omdat het volk dacht dat het beeld de vijand lokte. “Dat gebeurt er nou als je de goden van huis haalt” zeg ik tegen mijn vrouw. Dan antwoordt er een jongeman achter mij geruststellend: “Ze bestaan allang niet meer, hoor!” en beent vervolgens weg.
🙂
Een mooi einde van een leuke vakantie?
Groetjes, Lia
Ja Lia, die oude Grieken konden er wat van. Die van nu kunnen lekker koken, da’s ook wat waard!