Voor vandaag stond weer een fietstocht op het programma. Sukothai is namelijk de eerste hoofdstad van Thailand. Daarvoor waren er wel kleine koninkrijkjes maar men beschouwt de stichting van het koninkrijk in Sukothai als het begin van het huidige rijk. Het is ook de periode waarin het Boedhisme naar Thailand kwam, daarvoor was het Hindoestaans en een aantal monumenten die we gaan zien geven die overgang weer.

’s Ochtends begon de fietstocht om 8:30 uur, het was nog redelijk koel. Als gids kregen we een uiterst spraakzame en veel details gevende Thai. De eerste stop was vlak naast het fietsuitgiftepunt: Wat Traphang Thong Lang (1). Hij zag er schitterend uit in de vroege ochtend.

De volgende stop was bij een groter complex, Wat Chang Lom (2), de tempel van de olifanten. Hier werd de laatste reïncarnatie van Boedha, de witte olifant, geëerd.

Een stuk verderop kwamen we bij een groot complex waar je zowel Boedha’s als Hindoestaanse zuilen ziet staan: Wat Phra Phai Luang (3). De Boedha’s die intact zijn, zijn allemaal gerestaureerd. Zeker gedurende de tweede wereldoorlog wat het voedsel zo duur geworden voor de mensen dat ze op jacht gingen naar Boedha-hoofden en die verkochten aan rijke westerlingen maar waarschijnlijk ook aan anderen. Zolang er maar eten van kon worden gekocht!

En dan de lachende Boedha, Wat Sri Chum (4). Een heel bijzondere, want niet alleen lacht deze Boedha wat bij nieuwere uitvoeringen niet meer gezien wordt, er zijn ook andere – meer vrouwelijke – lichaamskenmerken. In de begindagen van het Boedhisme was de vorm waarin Boedha weergegeven moest worden nog niet uitgekristalliseerd kennelijk.
In de buurt van deze lachende Boedha waren wat markttentjes en bij een daarvan kregen we wat fruit en drinken. Het was inmiddels 11 uur in de ochtend en best wel warm.

Van nu af aan fietsten we langs nog een serie tempels zonder er lang stil te staan. Zoals bij deze, Wat Nong Pa Pheng (5).

Of deze waar ik zo snel de naam niet van kon registreren (6).

En natuurlijk tenminste één op een heuvel, Wat Saphan Hin (7). Er zijn er wel meer op heuvels maar na de fietsklimtocht had niemand de puf meer om naar boven te klimmen. Bovendien, het uitzicht was zo toch ook goed?

Toen weer bergafwaarts richting het stadje. Bij een groot eiland in het centrale deel is Wat Sa Si (8), Dat is duidelijk van een latere tijd en hier dicht bij staan tempels die nog in gebruik zijn.

Maar niet ver hier vandaan staat weer een tempel die heel Hindoestaans is, de Wat Sri Swaay (9).

En weer een stukje verder nog een enorm complex, met de Wat Mha Aathu (10).
Hiermee wordt de tocht langs de tempels besloten. We fietsen het historisch terrein af en worden naar een authentiek restaurant gebracht waar we de lunch gebruiken. Voor een paar Baht meer neem ik samen met een Londense tochtgenoot een biertje. Dat hebben we wel verdiend: toch ruim 6 uur door de warmte … maar het was de moeite waard.
Hieronder nog een kaartje met de hele fietstocht en bezichtigingspunten.

Geen leuke fietsfoto van jullie deze keer?
Het is hard werken met het fietsen en dat in de hitte. Aan de foto’s te zien was het inderdaad de moeite waard.
Ach Leo, kwestie van rustig doorgaan ….